weervrouw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weer·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weervrouw weervrouwen
verkleinwoord weervrouwtje weervrouwtjes

Zelfstandig naamwoord

de weervrouwv

  1. (beroep) (meteorologie) een vrouw die op televisie/radio in een weerbericht verteld wat voor weer het gaat worden in de komende dagen
    • Trump is ook slecht nieuws voor het klimaat, zeggen specialisten op een milieutop in Marrakesh, Marokko. Ook onze weervrouw Jill Peeters is daar. Zij is bang dat Trump het klimaatakkoord van Parijs niet meteen zal willen uitvoeren. Ook al heeft Obama het goedgekeurd. [1] 
Synoniemen
Antoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. De Standaard 10/11/2016 Trump slecht nieuws voor klimaat?