weerprofeet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weerprofeet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weer·pro·feet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weer en profeet [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weerprofeet | weerprofeten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (meteorologie) iemand die het weer tracht te voorspellen zonder hiervoor een computer te gebruiken of naar het KNMI te luisteren
Gangbaarheid
- Het woord weerprofeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.