weermacht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weer·macht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weermacht weermachten
verkleinwoord weermachtje weermachtjes

Zelfstandig naamwoord

de weermachtv / m

  1. (militair) organisatie van soldaten die voor de verdediging van een territorium moet zorgen maar zich ook nogal eens offensief opstelt
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen