weerloos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weer·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | weerloos | weerlozer | weerloost |
verbogen | weerloze | weerlozere | weerlooste |
partitief | weerloos | weerlozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
- niet in staat zich te verweren
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord weerloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "weerloos" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be