weerhuisje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weerhuisje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weer·huis·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weer en huisje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | weerhuisje | weerhuisjes |
Zelfstandig naamwoord
weerhuisje o dim. tant.
- (meteorologie) hygrometer (vochtigheidsmeter) in de vorm van een huisje met twee beweegbare poppetjes die mogelijk een indicatie over het weer zou kunnen geven
- (schimmels), bepaald soort paddenstoel Astraeus hygrometricus
Gangbaarheid
- Het woord weerhuisje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.