wedstrijdleiding
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wed·strijd·lei·ding
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wedstrijd en leiding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wedstrijdleiding | wedstrijdleidingen |
verkleinwoord | wedstrijdleidinkje | wedstrijdleidinkjes |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) leiding van de wedstrijd of het sportevenement alsmede de personen bij wie die berust
Gangbaarheid
- Het woord wedstrijdleiding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.