wedergeboorte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- we·der·ge·boor·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weder bw en geboorte zn (weder= "opnieuw")
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wedergeboorte | wedergeboortes wedergeboorten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de wedergeboorte v
- het in sommige godsdiensten gangbare idee van het lichamelijk opnieuw geboren worden na de dood
- lichamelijke of geestelijke herleving
- culturele bloei na een tijd van verval
Synoniemen
- [1] reïncarnatie
- [2] herleving, heropleving
- [3] herwording, renaissance
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord wedergeboorte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wedergeboorte" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be