watervaren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Een watervaren, Osmunda regalis.
Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ter·va·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord watervaren watervarens
verkleinwoord watervarentje watervarentjes

Zelfstandig naamwoord

de watervarenv / m

  1. (varens) bepaald soort plant, Osmunda regalis op Wikispecies
    • Sommige zeggen dat dit watervaren machtig is om al hetgeen te doen dat men boomvaren toeschrijft, maar voor alles dat de bladeren er van met varkensvet gestoten en op een doek gestreken en op de breuken gelegd die in vijf dagen genezen. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen