watertank

A. groot vat van metaal of kunststof om water in op te slaan

B. stenen bassin om water in op te slaan

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  watertank    (hulp, bestand)
• [A] IPA: / ˈwatərˌtɛŋk / (3 lettergrepen)
• [B] IPA: / ˈwatərˌtɑŋk / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• wa·ter·tank

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  water zn  en  tank zn 

A	enkelvoud	meervoud
naamwoord	watertank	watertanks
verkleinwoord	watertankje	watertankjes

Zelfstandig naamwoord

[A] watertank m

1. groot vat van metaal of kunststof om water in op te slaan

   ▸ Een enkele keer was het aangegeven beekje opgedroogd of was de watertank leeg, zodat ik moest doorlopen naar de volgende bron.

Hyponiemen

• zoetwatertank, zoutwatertank

B	enkelvoud	meervoud
naamwoord	watertank	watertanken
verkleinwoord	watertankje	watertankjes

Zelfstandig naamwoord

[B] watertank m

1. (India) stenen bassin om water in op te slaan

Gangbaarheid

• Het woord watertank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "watertank" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.