waterpoort
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: waterpoort (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wa·ter·poort
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en poort
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterpoort | waterpoorten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- stadspoort die als doorgang dient voor een gracht
- (scheepvaart) naar buiten opengaande deur om overgekomen water te laten uitvloeien.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord waterpoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.