waterkoker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: waterkoker (hulp, bestand)
- IPA: /ˈʋatərˌkokər/
Woordafbreking
- wa·ter·ko·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en koker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterkoker | waterkokers |
verkleinwoord | waterkokertje | waterkokertjes |
Zelfstandig naamwoord
de waterkoker m
- een elektrisch apparaat waarin men water kan verhitten
- Doe je nog wat water in de waterkoker? Dan kunnen we zo thee maken.
Gangbaarheid
- Het woord waterkoker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waterkoker" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %