waterbouw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wa·ter·bouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water en bouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waterbouw | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de waterbouw m
- (waterbeheer) het ontwerpen, bouwen en onderhouden van waterstaatkundige bouwwerken
- Bruggen, dammen, dijken, sluizen, tunnels enz. zijn de kunstwerken van de waterbouw.
Verwante begrippen
- beek, gemaal, kanaal, oever, rivier, vaart, wal, waterbeheer, waterbouwkunde, watermolen, waterpeil, waterstaat, zee
Vertalingen
1. ontwerp, bouw en onderhoud van waterstaatkundige bouwwerken
Gangbaarheid
- Het woord waterbouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waterbouw" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be