warmbloedig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  warmbloedig    (hulp, bestand)
• IPA: /ʋɑrmˈbludəx/

Woordafbreking

• warm·bloe·dig

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van warmbloed met het achtervoegsel -ig

[1]	stellend
onverbogen	warmbloedig
verbogen	warmbloedige

[2,3]	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	warmbloedig	warmbloediger	warmbloedigst
verbogen	warmbloedige	warmbloedigere	warmbloedigste
partitief	warmbloedigs	warmbloedigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

warmbloedig

1. (biologie) de eigen lichaamstemperatuur regulerend

   • Warmbloedige dieren hoeven hun lichaamstemperatuur niet te beïnvloeden met hun gedrag. 

2. emotioneel betrokken

   • Hij is echt een warmbloedige vriend, hij is altijd enorm betrokken als er wat is 

3. temperamentvol.

   • Hij is erg warmbloedig, als je het niet met hem eens bent moet je je stilhouden of voorbereiden op een heftige discussie. 

Antoniemen

• koudbloedig

Vertalingen

    1. de eigen lichaamstemperatuur regulerend   

Duits: warmblütig (de) Engels: warm-blooded (en)

Frans: à sang chaud (fr)

    3. temperamentvol   

Duits: heißblütig (de) Engels: warm-blooded (en), hot-blooded (en)

Frans: ardent (fr) Spaans: apasionado (es)

Gangbaarheid

• Het woord warmbloedig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "warmbloedig" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.