wansmakelijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wan·sma·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wansmakelijk | wansmakelijker | wansmakelijkst |
verbogen | wansmakelijke | wansmakelijkere | wansmakelijkste |
partitief | wansmakelijks | wansmakelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wansmakelijk [1]
- getuigend van een slechte smaak
- Ik ben er nog geen voorbeeld van tegengekomen, al noemde hij zijn uitspraak over De Wever achteraf in Vrij Nederland „wansmakelijk” en veranderde hij de „zionistenpijper” in „zionistenknechtje”, wat ik geen overtuigende vorm van matiging zou willen noemen.[2]
- Een groot spandoek van supporters van Standard Luik met daarop het afgehakte hoofd van Anderlecht-speler Steven Defour heeft gisteren tot veel commotie geleid. Defour speelde eerder bij Standard. De Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB) wil bekijken welke stappen er eventueel mogelijk zijn tegen het choquerende doek. „Wansmakelijk en onaanvaardbaar spandoek”, twitterde een bondsbestuurder.[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wansmakelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wansmakelijk" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Frits Abrahams 18 april 2016 Abou Jahjah
- ↑ NRC 26 januari 2015 Spandoek met onthoofding
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be