waakzaamheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waak·zaam·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waakzaamheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de waakzaamheidv

  1. oplettendheid
     Duitsland zal in een staat van eeuwige waakzaamheid blijven verkeren.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen