waadt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waadt

Werkwoord

vervoeging van
waden

waadt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waden
    • Jij waadt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waden
    • Hij waadt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van waden
    • Waadt!