vuistslag

Nederlands

vuistslag bij karate

Uitspraak

• Geluid:  vuistslag    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vuist·slag

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  vuist zn  en  slag zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vuistslag	vuistslagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vuistslag m

1. een slaande beweging met dichtgeknepen hand

   • Toen een purser haar drankje weghaalde en haar even later in de pantry weigerde nog alcohol te schenken vanwege haar gevloek en getier, kreeg ze een vuistslag in haar gezicht. Ook werd ze aan haar haren getrokken en maakte de Noorse schoppende bewegingen naar haar hoofd. 
   • Een nog onbekende man heeft donderdag een 15-jarige meisje proberen te verkrachten in Apeldoorn. Het meisje probeerde zich te verdedigen maar de man gaf haar een vuistslag in het gezicht. 

Synoniemen

• dreun, hoek, opdonder, opstopper, stomp, peut, por, watjekouw, opdoffer

Vertalingen

    1.   

Engels: punch (en)

Frans: gifle (fr) v

Gangbaarheid

• Het woord vuistslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vuistslag" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.