vreemdga

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vreemd·ga

Werkwoord

vervoeging van
vreemdgaan

vreemdga

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vreemdgaan
    • ... dat ik vreemdga. 

Werkwoord

vervoeging van
vreemdgaan

vreemdga

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van vreemdgaan
    • ... dat men vreemdga.