vraagt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vraagt

Werkwoord

vervoeging van
vragen

vraagt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vragen
    • Jij vraagt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vragen
    • Hij vraagt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vragen
    • Vraagt! 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be