vraagstelling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vraag·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vraag en stelling [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vraagstelling | vraagstellingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het stellen van een vraag (op een bepaalde manier)
Gangbaarheid
- Het woord vraagstelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.