voortvluchten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voort·vluch·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voort en vluchten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voortvluchten |
vluchtte voort |
voortgevlucht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
voortvluchten
- ergatief verder vluchten, wegvluchten
- [...], zelfs als de uitlevering niet kon gebeuren omdat de betrokken persoon overleden of voortgevlucht is.[1]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'voortvluchten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Recueil des lois et arrêtés royaux de Belgique, 1902-05 volume 91
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal