voorsprong

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·sprong
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorsprong voorsprongen
verkleinwoord voorsprongetje voorsprongetjes

Zelfstandig naamwoord

de voorsprongm

  1. de mate waarin men verder gevorderd is dan anderen
    • Bij aanvang van de Tweede Wereldoorlog had Duitsland een technische voorsprong op velerlei gebied. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be