voorliegen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  voorliegen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• voor·lie·gen

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  voor  en  liegen 

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
voorliegen	loog voor	voorgelogen
klasse 2	volledig

Werkwoord

voorliegen

1. overgankelijk een leugen vertellen aan

Gangbaarheid

• Het woord voorliegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorliegen" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.