volgzaamheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- volg·zaam·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volgzaamheid | |
verkleinwoord |
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
- bereidheid om iemand te volgen en te gehoorzamen
- ▸ Cameron aarzelde. 'Hij is het gewend dat ik ruzie met hem maak over de collectie,'zei hij, 'maar van u... `... mag hij volgzaamheid verwachten?'Ze veegde de heidetakjes van haar rok, plukte stukjes van haar mouw en keek hem scherp aan. 'Net als altijd.'[2]
- ▸ Lee is van mening dat de aanval van de Noord-Koreanen van vorige week een strategische zet is geweest van de Noord-Koreaanse strijdkrachten om hun loyaliteit en volgzaamheid aan de beoogde opvolger van Kim Jong-il, de jonge Kim Jong-un, te tonen.[3]
Synoniemen
- dociliteit, compliantie, gehoorzaamheid, onderdanigheid, meegaandheid, inschikkelijkheid, gedweeheid
Vertalingen
1. bereidheid om iemand te volgen en te gehoorzamen
Gangbaarheid
- Het woord volgzaamheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Main, Sarah“Huis van eb en vloed” (2015), A.W. Bruna Uitgevers , ISBN 9789044974515
- ↑ Weblink bron “'Aanval Noord-Korea verbaast me niets'” (30-11-2010), NOS