vloertegel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vloertegel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vloer·te·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vloer en tegel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vloertegel | vloertegels |
verkleinwoord | vloertegeltje | vloertegeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de vloertegel m
- een tegel van keramiek, natuursteen, kunststof etc. om een vloer mee te bedekken
- Hij liet de vloertegels van schrik uit zijn hand vallen.
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord vloertegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.