vliegende

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlie·gen·de

Werkwoord

vervoeging van: vliegen
verbogen vorm: vliegendee

vliegende

  1. verbogen vorm van vliegend, het onvoltooid deelwoord van vliegen

Bijvoeglijk naamwoord

vliegende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vliegend
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Een vliegende vogel heeft altijd meer dan een zittende
iemand die veel buitenkomt krijgt altijd meer dan iemand die thuis blijft zitten
  • vliegende vaart
met grote haast
 Ze maakte 's ochtends schoon in het hotel in Kramfors, ging dan met de bus naar huis en deed de afwas in de lunchbarakken van de arbeiders bij de brugfundering en haastte zich daarna naar hem toe om het eten op tafel te zetten, alles in vliegende vaart en altijd met hetzelfde stralende humeur.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142