visdief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Een visdief boven Noordwijk
Uitspraak
Woordafbreking
  • vis·dief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord visdief visdieven
verkleinwoord visdiefje visdiefjes

Zelfstandig naamwoord

de visdiefm

  1. (steltloperachtigen) Sterna hirundo op Wikispecies een slanke vogel met een zwarte kopkap en een diep gevorkte staart, uit de familie van de sterns
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen