vingers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vingers    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vin·gers

Zelfstandig naamwoord

de vingers mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vinger

   ▸ Het was hoogzomer en ik liep tot mijn oksels door het hoge gras, strekte mijn armen uit en liet mijn vingers over de grassprieten glijden.

Gangbaarheid

• Het woord vingers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vingers" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Afrikaans

Uitspraak

• IPA: /ˈfəŋərs/

Zelfstandig naamwoord

vingers mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vinger