vindiceren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vindiceren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vin·di·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vindiceren |
vindiceerde |
gevindiceerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
vindiceren [1]
- overgankelijk (juridisch) als zijn eigendommen opeisen
- overgankelijk wreken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vindiceren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal