vijanden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vij·an·den
Zelfstandig naamwoord
de vijanden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord vijand
- ▸ Te midden van de zondagsflaneurs op de Strandvàgen, het meest conservatief-burgerlijke gebied van Stockholm, vermengden de terug naar huis kerende demonstranten zich met burgers alsof ze geen vijanden waren, al verraadden de kleren direct wie wie was.[1]
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044633535