vierschaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vierschaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vier·schaar
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rechtbank’ voor het eerst aangetroffen in 1153 [1]
- samenstelling van vier en schaar [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vierschaar | vierscharen |
verkleinwoord | vierschaartje | vierschaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- (juridisch) (geschiedenis) vroegere vorm van rechtbank
- rechtszaal voor die rechtbank
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vierschaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vierschaar" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "vierschaar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vierschaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Geschiedenis in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 59 %
- Prevalentie Vlaanderen 77 %