vetten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vet·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van vet met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vetten
vette
gevet
zwak -t volledig

Werkwoord

vetten [1]

  1. met vet insmeren
Hyponiemen

Zelfstandig naamwoord

de vettenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vet
     Glazig staarde ik voor me uit terwijl de suikers, vetten en zout in mijn bloedstroom terecht kwamen.[2]

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be