veteren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ve·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
veteren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
veteren |
veterde |
geveterd |
zwak -d | volledig |
- met een koord vast gemaakt; veters strikken
Synoniemen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
veteren |
veteerde |
geveteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
- iets afkeuren door het uitspreken van een veto
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord veteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veteren" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
40 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ veteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 64 %
- Prevalentie Vlaanderen 40 %