verzuchten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verzuchten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·zuch·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verzuchten |
verzuchtte |
verzucht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
verzuchten
- inergatief op een klagende, berustende toon uitspreken
- 'Het is me wat', verzuchtte hij.
- ▸ ‘Misschien is het nu wel uit’, verzuchtte hij.[1]
- inergatief op een smachtende toon uitspreken
- 'God, wat geweldig', verzucht ze.
Gangbaarheid
- Het woord verzuchten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verzuchten" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %