verzilvert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verzilvert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·zil·vert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verzilveren |
verzilvert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzilveren
- Jij verzilvert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzilveren
- Hij verzilvert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzilveren
- Verzilvert!