verzamelaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·za·me·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verzamelaar verzamelaars
verkleinwoord verzamelaartje verzamelaartjes

Zelfstandig naamwoord

de verzamelaarm

  1. is een persoon die, bij wijze van hobby of tijdverdrijf, een collectie van een bepaald type voorwerpen aanlegt
    • In spaarstation Dingenliefde werden bijzondere verzamelingen van bijzondere verzamelaars gepresenteerd. 
    • Vorige week was er op Catawiki een online-veiling met handschriften en eerste drukken van de verzamelaar, reiziger, schrijver en programmamaker Büch. Onder de parafernalia ook twee ingelijste fineliner-tekeningetjes van Drost: inderdaad fijn en vrolijk. [2] 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen