verwenden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·wen·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verwennen |
verwenden
- meervoud verleden tijd van verwennen
- Wij verwenden.
- Jullie verwenden.
- Zij verwenden.
- Wij verwenden.
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·wen·den
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verwenden [fɛɐ̯ˈvɛndn̩] |
vewendete [fɛɐ̯ˈvɛndətə] |
verwendet [fɛɐ̯ˈvɛndət] |
volledig |
Werkwoord
verwenden
- overgankelijk gebruiken
- «Du kannst mein Wörterbuch verwenden.»
- Je mag mijn woordenboek gebruiken.
- «Du kannst mein Wörterbuch verwenden.»
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 9
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Werkwoord in het Duits
- Overgankelijk werkwoord in het Duits