verweking

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·we·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verweking verwekingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

verweking v [1]

  1. het weker en slapper worden door opname van vocht
    • De Groningse waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest kunnen vanmiddag weer spuien op zee, zij het beperkt. De verwachting is dat het waterpeil dan langzaam zal zakken. Het waterschap Friesland zegt dat de situatie in de gebieden met knelpunten 'zorgelijk maar stabiel is'. Hoewel de waterbergingsgebieden volstromen - in de provincie zijn er drie in gebruik genomen - blijft het waterpeil hoog. 'Grootste zorg is verweking van de kades', aldus het Friese waterschap. [2] 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen