verwaarloosde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·waar·loos·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verwaarlozen |
verwaarloosde
- enkelvoud verleden tijd van verwaarlozen
- Ik verwaarloosde.
- Jij verwaarloosde.
- Hij, zij, het verwaarloosde.
- Ik verwaarloosde.
- verbogen vorm van verwaarloosd, voltooid deelwoord van verwaarlozen