vervuiling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·vui·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vervuiling vervuilingen
verkleinwoord vervuilinkje vervuilinkjes

Zelfstandig naamwoord

de vervuilingv

  1. sterke verontreiniging
    • b.v. het terechtkomen van onnatuurlijke, schadelijke of giftige stoffen in het milieu 
    • Dat milieuvervuiling een probleem is, werd rond 1970 algemeen bekend. 
     Vandaag wordt bij verschillende Nederlandse vliegvelden gedemonstreerd door mensen die vinden dat de overlast en de vervuiling door de luchtvaart de spuigaten uit loopt.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 mei 2022 Weblink bron
    Judith van de Hulsbeek
    “Omwonenden: Schiphol kan 100 bestemmingen missen” (14 mei 2022), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be