vervolg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·volg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vervolg vervolgen
verkleinwoord vervolgje vervolgjes

Zelfstandig naamwoord

het vervolgo

  1. wat volgt op een eerder iets, voortzetting
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
vervolgen

vervolg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervolgen
    • Ik vervolg. 
  2. gebiedende wijs van vervolgen
    • Vervolg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vervolgen
    • Vervolg je? 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen