vertegenwoordigt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·te·gen·woor·digt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vertegenwoordigen |
vertegenwoordigt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertegenwoordigen
- Jij vertegenwoordigt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertegenwoordigen
- Hij vertegenwoordigt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vertegenwoordigen
- Vertegenwoordigt!