versteek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·steek

Werkwoord

vervoeging van
versteken

versteek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versteken
    • Ik versteek. 
  2. gebiedende wijs van versteken
    • Versteek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versteken
    • Versteek je? 


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
versteek
versteek
volledig

Werkwoord

versteek

  1. overgankelijk verbergen, verstoppen
    «Die Dooie See-rolle is vermoedelik tussen 66 en 68 n.C. in die grotte versteek
    De Dode Zeerollen zijn vermoedelijk tussen 66 en 68 in de grotten verborgen.