versperring
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: versperring (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·sper·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van versperren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | versperring | versperringen |
verkleinwoord | versperrinkje | versperrinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de versperring v
- iets wat de toegang tot een voorwerp, gebouw of weg belemmert
- Maar er lagen nogal wat versperringen en tijdens het rennen had hij naar rechts moeten uitwijken. In het begin had hij de lijn gevolgd die door de luitenant was uitgezet, maar met die fluitende kogels en granaten ga je uiteraard zigzaggen. [1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord versperring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "versperring" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 19
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be