versneden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·sne·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
versnijden

versneden

  1. meervoud verleden tijd van versnijden
    • Wij versneden. 
    • Jullie versneden. 
    • Zij versneden. 
  2. voltooid deelwoord van versnijden