versmelten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·smel·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
versmelten
versmolt
versmolten
klasse 3 volledig

Werkwoord

versmelten [1]

  1. onovergankelijk gaandeweg verminderen of verdwijnen
  2. onovergankelijk in elkaar overgaan
  3. (metaalkunde) overgankelijk door te smelten tot een geheel maken
  4. overgankelijk door te smelten weer tot basismateriaal maken
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen