verslaggever

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·slag·ge·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verslaggever verslaggevers
verkleinwoord verslaggevertje verslaggevertjes

Zelfstandig naamwoord

de verslaggeverm

  1. (beroep) (media) iemand die voor de media verslag uitbrengt
    • Er stond een menigte verslaggevers op hem te wachten. 
    • We hebben de laatste ontwikkelingen hier live bijgehouden voor je, inclusief video's, achtergrondinformatie en commentaar van onze verslaggevers ter plekke. Het liveblog is inmiddels gesloten, maar hieronder valt alles terug te lezen. [1] 
     Er zouden tussen de 200 en 300 Oekraïense militairen zijn geëvacueerd uit de Azovstal-staalfabriek, twittert Nieuwsuur-verslaggever Gert-Jan Dennekamp. Een journalist van de Russische tv-zender RT zou dat hebben gezegd. Het zou enkel om gewonde militairen gaan, die nu onderweg zijn naar een ziekenhuis ten oosten van Marioepol.[2]
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia 24 jun. 2019 Van der Weijden flikt het: ‘Van bijna elke slag genoten!’
  2. Bronlink geraadpleegd op 30 januari 2022 Weblink bron “'200 tot 300 militairen geëvacueerd uit Azovstal-fabriek' • Burgerdoden in Sjevjerodonetsk” (16 mei 2022), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be