verslagenheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

verzetsmonument waarmee de kunstenaar zowel verlagenheid als strijdbaarheid probeert uit te beelden
Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·sla·gen·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verslagenheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verslagenheidv

  1. het heftige, verdrietige, verwarde gevoel dat men heeft als men iets heel belangrijks verloren heeft
    • De Belgische kranten openen woensdag vooral met verslagenheid. Na de aanslagen van dinsdagochtend, waarbij zeker 34 mensen werden gedood en tweehonderd anderen gewond raakten, tekent collectieve rouw de voorpagina’s.[2] 
    • Verslagenheid na fatale val renner: Wielrennen Antoine Demoitié overleed na een val in Gent-Wevelgem. De discussie over veiligheid in de koers laait weer op na de dood van de Belgische renner.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Sjoerd Klumpenaar 23 maart 2016
  3. NRC Maarten Scholten 28 maart 2016
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be