verraadde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·raad·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verraden |
verraadde
- enkelvoud verleden tijd van verraden
- Ik verraadde.
- Jij verraadde.
- Hij, zij, het verraadde.
- Ik verraadde.
vervoeging van |
---|
verraden |
verraadde