verorber

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·or·ber

Werkwoord

vervoeging van
verorberen

verorber

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verorberen
    • Ik verorber. 
  2. gebiedende wijs van verorberen
    • Verorber! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verorberen
    • Verorber je? 


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
verorber
verorber
volledig

Werkwoord

verorber

  1. overgankelijk verorberen
    «Jou brein speel 'n rol in alles wat jy doen, of jy nou 'n boek lees, op jou kop staan, asemhaal, 'n hamburger verorber of slaap.»
    Je hersenen spelen een rol is alles wat je doet, of je nu een boek leest, op je kop staat, ademhaaltm een hamburger verorbert of slaapt.